Er wordt geschat dat bijna 200.000 mensen in Nederland eetstoornissen hebben. De bekendste eetstoornissen zijn:
– Anorexia nervosa
– Boulimia nervosa
– Binge eating disorder/ eetbuistoornis (BED)
Eetbuistoornis
Een eetbuistoornis wordt ook wel genoemd ‘Binge eating disorder’ (BED). Bij een eetbuistoornis eten mensen veel meer dan wenselijk is; ze proppen zich letterlijk vol. Hierna voelt men zich schuldig wat weer tot psychische nood kan leiden. Er wordt geschat dat zo’n 1% van de bevolking (160.000 mensen) een eetbuistoornis heeft. Door de eetbuien komt men meestal langzaam aan in gewicht waardoor men te dik wordt. Een oplossing kan zijn door contact op te nemen met de huisarts. Uit bloed- en urineonderzoek kan eerst worden vastgesteld of het een lichamelijk probleem is of geestelijk. In het laatste geval kan de huisarts de patient aanraden om bij een psycholoog in therapie te gaan. Bij cognitieve gedragstherapie leer je de oorzaak te achterhalen wat steeds tot de eetbuistoornis leidt.
Boulimia nervosa
Deze psychische ziekte lijkt veel op de eetbuistoornis. In beide gevallen kenmerkt de ziekte zich door eetbuien. Het verschil is dat de patient bij Boulimia (boulimie) na de eetbui het eten direct wil kwijtraken. Dit wordt gedaan door te braken, te vasten en door laxeermiddelen te gebruiken.
Net als bij anorexia zijn de zieken voornamelijk meisjes en jonge vrouwen die een zelfbeeld nastreven om erg slank te zijn.
Anorexia nervosa
Anorexia nervosa is ook een eetstoornis maar hier eet de degene juist veel te weinig of ze forceren zich om het voedsel uit te braken. Er is een grote angst om in gewicht aan te komen en zo ‘dik’ te worden bevonden. De ziekte komt vooral voor bij meisjes en jonge vrouwen. Er zijn zo’n 6000 mensen in Nederland die deze levensbedreigende eetstoornis hebben. Mensen met anorexia nervosa hebben een sterk ondergewicht. Door de sterke ondervoeding krijgen ze allerlei ernstige kwalen en ziekten. De huid verdroogt, het haar valt uit, er is een onregelmatige hartslag, vertraagde bloedsomloop, constipatie en grote vermoeidheid. In vijftien procent van de gevallen sterf de patient aan de ziekte. De behandeling is niet eenvoudig. Om de patient tot inkeer te brengen is vaak psychiatrische behandeling nodig en intraveneuze voeding.